Verdunningen
Uitleg en voorbeelden
Sommen met verdunningen zijn veelal sommen waar je een vloeistof hebt van een medicijn van een bepaald percentage. Van deze vloeistof moet je dan een nieuwe vloeistof maken van een lager percentage. Ook staat er dan aangegeven hoeveel milliliter je van deze nieuwe vloeistof moet maken en met welke vloeistof je het moet aanvullen om daadwerkelijk te verdunnen (water, fysiolisch zout).
In plaats van percentages kunnen het ook sommen zijn waar de sterkte van de vloeistof in milligram per milliliter gegeven is.
Al deze sommen kun je oplossen door van 2 simpele formules gebruik te maken.
Voor het gebruik van de formules zijn er 3 invoergegevens nodig. Er zijn vervolgens 2 waardes die je ermee kunt berekenen.
Uitleg
Voor het oplossen van de hier beschreven sommen moet je het volgende weten:
Formules met percentages
(A : B) x C = D | (C : B) x A = D
A – D = E
Voorbeeldsommen
Laten we aan de slag gaan met een aantal voorbeeldsommen:
Voorbeeldsom 1
Vraag:
- Vraag 1: Hoeveel mg per ml bevat de Citonol?
- Vraag 2: Hoeveel ml moet je maken voor de hele dag?
- Vraag 3: Bereken hoeveel ml je nodig hebt van de Citonol 6%.
- Vraag 4: Met hoeveel ml water moet je de Citonol 6% oplossing aanvullen?
INFORMATIE:
- Aanwezig: Citonol 6%.
- Voorschrift: Bereid 1 liter Citonol-oplossing van 4,5%.
Antwoord:
Antwoord op vraag 1:
- 1% = 10mg / ml
- 6% = 60mg / ml
Antwoord op vraag 2:
- 1 liter = 1000 ml
Antwoord op vraag 3:
- (A : B) x C = D
- (1000ml : 6%) x 4,5% = 750ml Citonol 6%
Antwoord op vraag 4:
- A – D = E
- 1000ml – 750ml = 250ml water
Voorbeeldsom 2
Vraag:
- Vraag: Hoeveel milliliter heb je nodig van de aanwezige lyortholoplossing en hoeveel water heb je nodig?
INFORMATIE:
- Je hebt een lyortholoplossing (lyorthol/water) met 250mg lyortol per ml.
- Je moet 400 mililiter maken. Deze oplossing moet een 50mg lyortol per ml bevatten.
Antwoord:
We gebruiken voor deze berekening de fomule:
- (A : B) x C = D
De formule kunnen we nu invullen om de aanwezige lyortholoplossing en de hoeveelheid water te berekenen:
- (400 mililiter : 250mg) x 50mg = 80 mililiter nodig van de aanwezige oplossing
- 400 mililiter – 80 mililiter = 320 mililiter water
Voorbeeldsom 3
Vraag:
- Vraag: Wat is het percentage van de nieuwe oplossing?
INFORMATIE:
- Aanwezig: Citonol 8%.
- Je hebt een nieuwe oplossing gemaakt. De nieuwe oplossing is 500ml.
- Hier is 200ml water aan toegevoegd.
Antwoord:
We beginnen deze berekening met de formule:
- A – D = E
Nu kunnen we de gegevens gaan invullen:
- 500ml – D = 200ml
- D = 300ml
Om nu het percentage van de oplossing te kunnen berekenen doen we het volgende:
- C = (D : A) x B
- C = (300ml : 500ml) x 8% = 4,8%
- C = 4,8%
Het percentage van je nieuwe oplossing is dus 4,8%.