Infuus

Uitleg en voorbeelden

Sommen met Infuus gaan over berekening van druppelsnelheid, hoeveel ml infuusvloeistof iemand per periode gekregen heeft of hoe lang iemand met een infuuszak kan doen. Ook zijn er sommen waar gebruik gemaakt wordt van een infuuspomp. Daar bereken je de inloopsnelheid.

Direct druppelsnelheid berekenen?

Wil je graag automatisch de druppelsnelheid berekenen? Maak dan gebruik van onze druppelsnelheid calculator.

Uitleg

Voor het oplossen van de hier beschreven sommen moet je het volgende weten:

1 ML = 20 druppels (waterige vloeistof)

Dit geldt voor waterige stoffen. Geldt niet voor bloed.

1 ml = 18 druppels (bloed)

Dit geldt voor bloed. Geldt niet voor waterige vloeistoffen.

Inloopsnelheid infuuspopmp

In ml / uur. Loopt automatisch, dus geen druppelsnelheid.

Infusie en transfusie

Toedienen grote hoeveelheid vloeistof, direct in de bloedbaan, noemen we infusie. Wanneer de vloeistof bestaat uit bloed noemen we dit een transfusie

Druppelsnelheid is in druppels per minuut

Handmatig.

Eerst druppels berekenen

In het voorschrift staat meestal hoeveelheid vloeistof gegeven. Vermenigvuldig vervolgens het aantal ml met het aantal druppels (20 of 18).

Aantal minuten berekenen

In het voorschrift staat de tijd gegeven waarin het infuus moet inlopen (meestal in uren). Deze reken je om naar minuten.

Druppelsnelheid berekenen

Totaal aantal druppels delen door aantal minuten. Hier komt meestal een getal met cijfers achter de komma uit. Als het getal 23,4 is, moet je op je examen als antwoord 23 a 24 druppels geven.

Hoe lang kan iemand met infuuszak doen

Als je de druppelsnelheid weet (en hiervoor gebruik je meestal het decimale getal, dus 23,4 uit voorbeeld hierboven) en je weet wat er in een infuuszak zit (ml x druppels), dan kun je door het totale aantal druppels te delen door de druppelsnelheid (druppels per minuut) uitrekenen hoeveel minuten iemand met de infuuszak kan doen Als er gevraagd wordt hoeveel uren en minuten iemand ermee kan doen, deel je het aantal minuten door 60. Het hele getal wat hieruit komt zijn de uren. Door vervolgens Het aantal minuten te verminderen met (60 x aantal uren) weet je ook hoeveel minuten er nog overblijven. Voorbeeld:
– 1245 minuten
– 1245 : 60 = 20,75.
– 1245 – (20 x 60) = 45.
– Dus 1245 minuten is 20 uur en 45 minuten.

Hoeveel ml infuusvloeistof heeft iemand gekregen

Als je de druppelsnelheid weet en je weet hoelang het infuus heeft ingelopen kun je berekenen hoeveel vloeistof er gegeven is, door het aantal minuten te vermenigvuldigen met de druppelsnelheid (aantal minuten x druppels per minuut). Door die druppels te delen door het aantal druppels per ml (20/18), weet je hoeveel ml iemand in die periode heeft gehad. Voorbeeld:
– Druppelsnelheid 45,6 druppels per minuut. Infuus ingelopen 2 uur.
– 2 uur x 60 minuten x 45,6 = 5472 druppels
– 5472 : 20 = 273,6 ml

Voorbeeldsommen

Laten we aan de slag gaan met een aantal voorbeeldsommen:

Voorbeeldsom 1

Vraag:

  • Wat is de druppelsnelheid voor dit infuus?
  • Hoeveel ml infuusvloeistof is er na 3 uur ingelopen?

INFORMATIE:

Antwoord:

  • 2 liter = 2.000 ml.
  • 2.000 ml x 20 druppels = 40.000 druppels.
  • 24 uur x 60 minuten = 1.440 minuten.
  • 40.000 : 1.440 = 27,7777777777 = 27 á 28 druppels per minuut.
  • 3 uur x 60 minuten = 180 minuten.
  • 180 minuten x 27,7777777777 = 5.000 druppels.
  • 5000 : 20 = 250 ml.

Dit kan ook anders berekend worden:

  • 2000 ml : 24 uur = 83,333333333 ml per uur.
  • 83,333333333 x 3 uur = 250 ml.

De druppelsnelheid is dus 27 á 28 druppels per minuut en na 3 uur is er 250 ml infuusvloeistof ingelopen.

Voorbeeldsom 2

Vraag:

  • Wat was de druppelsnelheid in dit uur?
  • Wat moet de druppelsnelheid worden als de resterende hoeveelheid uit die zak in 4 uur moet inlopen?

INFORMATIE:

Antwoord:

De berekening voor de druppelsnelheid in dit uur gaat als volgt:

  • 1 uur = 60 minuten.
  • 200 ml x 20 druppels = 4.000 druppels.
  • 4.000 : 60 = 66,6666666666 = 66 á 67 druppels per minuut.

De druppelsnelheid in dit uur was dus 66 á 67 druppels per minuut.

De berekening voor de druppelsnelheid in de resterende 4 uur gaat als volgt:

  • 4 uur x 60 minuten = 240 minuten.
  • 500 ml – 200 ml = 300 ml.
  • 300 ml x 20 druppels = 6.000 druppels.
  • 6000 : 240 = 25 druppels per minuut.

De druppelsnelheid voor de resterende 4 uur ligt dus op 25 druppels per minuut.

Druppelsnelheid infuus berekenen

© mrekenen.nl