Sommen met verdunningen zijn veelal sommen waar je een vloeistof hebt van een medicijn van een bepaald percentage. Van deze vloeistof moet je dan een nieuwe vloeistof maken van een lager percentage. Ook staat er dan aangegeven hoeveel mililiter je van deze nieuwe vloeistof moet maken en met welke vloeistof je het moet aanvullen om daadwerkelijk te verdunnen (water, fysolisch zout).

In plaats van percentages kunnen het ook sommen zijn waar de sterkte van de vloeistof in miligram per mililiter gegeven is.

Al deze sommen kun je oplossen door van 2 simpele formules gebruik te maken.

Voor het gebruik van de formules zijn er 3 invoergegevens nodig. Er zijn vervolgens 2 waardes die je ermee kunt berekenen.

Calculator

Wil je een verdunningberekening maken met behulp van een medische calculator? Een calculator waar al het rekenwerk dus voor je gedaan wordt!

Ga dan naar Medische calculator

(A : B) x C = D | (C : B) x A = D

A = Aantal mililiter van de nieuwe (te maken) vloeistof
B = Percentage van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof
C = Percentage van de nieuwe (te maken) vloeistof
D = Aantal mililiters nodig van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof
In 95% van de sommen zijn A, B en C de invoergegevens en moet je D berekenen
In 5% van de sommen is D een invoergegeven en moet je A, B of C berekenen
Hier volgende de formules die je dan kunt gebruiken:
A = D : (C : B)
B = C : (D : A)
C = B x (D : A)

A - D = E

Berekenen van benodigde verdunningsvloeistof
A = Aantal mililiter van de nieuwe (te maken) vloeistof
D = Aantal mililiters nodig van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof
E = Aantal mililiters nodig van de verdunningsvloeistof (water)

(A : B) x C = D | (C : B) x A = D

A = Aantal mililiter van de nieuwe (te maken) vloeistof
B = Sterkte van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof in miligram per mililiter
C = Sterkte van de nieuwe (te maken) vloeistof in miligram per mililiter
D = Aantal mililiters nodig van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof
In 95% van de sommen zijn A, B en C de invoergegevens en moet je D berekenen
In 5% van de sommen is D een invoergegeven en moet je A, B of C berekenen
Hier volgende de formules die je dan kunt gebruiken:
A = D : (C : B)
B = C : (D : A)
C = B x (D : A)

A - D = E

Berekenen van benodigde verdunningsvloeistof
A = Aantal mililiter van de nieuwe (te maken) vloeistof
D = Aantal mililiters nodig van de aanwezige (te verdunnen) vloeistof
E = Aantal mililiters nodig van de verdunningsvloeistof (water)

Voorbeeldsom 1

Vraag

  • Aanwezig: Citonol 6%.
  • Voorschrift: Bereid 1 liter Citonol-oplossing van 4,5%
  • 1: Hoeveel mg per ml bevat de Citonol?
  • 2: Hoeveel ml moet je maken voor de hele dag?
  • 3: Bereken hoeveel ml je nodig hebt van de Citonol 6%?
  • 4: Met hoeveel ml water moet je de Citonol 6% oplossing aanvullen?

Antwoord

  • 1. 1% = 10mg / ml -> 6% = 60mg / ml
  • 2. 1 liter = 1000 ml
  • 3. (A : B) x C = D -> (1000ml : 6%) x 4,5% = 750ml Citonol 6%
  • 4. A - D = E -> 1000ml - 750ml = 250ml water

Voorbeeldsom 2

Vraag

  • Je hebt een lyortholoplossing (lyorthol/water) met 250mg lyortol per ml.
  • Je moet 400 mililiter maken. Deze oplossing moet een 50mg lyortol per ml bevatten
  • 1. Hoeveel mililiter heb je nodig van de aanwezige lyortholoplossing en hoeveel water heb je nodig?

Antwoord

  • 1. (A : B) x C = D
  • 1. (400 mililiter : 250mg) x 50mg = 80 mililiter nodig van de aanwezige oplossing
  • 2. 400 mililiter - 80 mililiter = 320 mililiter water

Voorbeeldsom 3

Vraag

  • Aanwezig: Citonol 8%.
  • Je hebt een nieuwe oplossing gemaakt.
  • De nieuwe oplossing is 500ml.
  • Hier is 200ml water aan toegevoegd.
  • 1: Wat is het percentage van de nieuwe oplossing?

Antwoord

  • 1. A - D = E
  • 1. 500ml - D = 200ml
  • 1. D = 300ml
  • 1. C = (D : A) x B -> (300ml : 500ml) x 8% = 4,8%