Hoe lang kan iemand met infuuszak doen
Als je de druppelsnelheid weet (en hiervoor gebruik je meestal het decimale getal, dus 23,4 uit voorbeeld hierboven)
en je weet wat er in een infuuszak zit (ml x druppels), dan kun je door het totale aantal druppels te delen door de druppelsnelheid (druppels per minuut) uitrekenen hoeveel minuten iemand met de infuuszak kan doen
Als er gevraagd wordt hoeveel uren en minuten iemand ermee kan doen, deel je het aantal minuten door 60. Het hele getal wat hieruit komt zijn de uren. Door vervolgens Het aantal minuten te verminderen met (60 x aantal uren) weet je ook hoeveel minuten er nog overblijven
Voorbeeld:
1245 minuten
1245 : 60 = 20,75. Dus 20 uur
1245 - (20 x 60) = 45. Dus 45 minuten
Dus 1245 minuten is 20 uur en 45 minuten
Hoeveel ml infuusvloeistof heeft iemand gekregen
Als je de druppelsnelheid weet en je weet hoelang het infuus heeft ingelopen kun je berekenen hoeveel vloeistof er gegeven is, door het aantal minuten te vermenigvuldigen met de druppelsnelheid (aantal minuten x druppels per minuut).
Door die druppels te delen door het aantal druppels per ml (20/18), weet je hoeveel ml iemand in die periode heeft gehad
Voorbeeld:
Druppelsnelheid 45,6 druppels per minuut. Infuus ingelopen 2 uur
2 uur x 60 minuten x 45,6 = 5472 druppels
5472 : 20 = 273,6 ml